December is, net als in zovele andere landen, ook in Roemenië een belangrijke en feestelijke maand met allerlei gebruiken en tradities. Er wordt gevast, huizen worden gepoetst en gezegend, er wordt gezongen, kerken en kloosters bezocht en na de vasten periode wordt er natuurlijk uitgebreid gekookt en gegeten. Maar daarover een andere keer meer.
Vandaag leerde ik een nieuwe, moderne, traditie kennen: het kopen van snoep in Moldavië. Het buurland is beroemd om de speciale snoepjes die je daar het hele jaar kan kopen, maar in deze periode een extra cachet krijgen. Vandaag gingen vrienden van me op snoepjes jacht. En ik mocht mee. Om 05.30 vertrok ik met de auto naar Iași, in het donker terwijl de natte sneeuw tegen de ruit dwarrelde. Ik kreeg bij hen thuis een kop koffie en daarna reden we, samen met een buurman die ook snoep wilde kopen, door naar de grens. Vanwege de rijen die bij de grens kunnen staan, vertrokken we op dit idioot vroege tijdstip (voor wie het nog niet weet: ik ben geen ochtendmens!). Het begon flink te sneeuwen, het zicht was verre van goed en ondanks het vroege uur, waren er al flink wat mensen lopend op pad langs de weg. Ik was blij dat ik niet hoefde te rijden. Na een half uur ploeteren door het donker en de sneeuw kwamen we bij de grens waar we inderdaad niet de enige waren. Wachten dus. Mijn Nederlandse paspoort gaf nog de meeste vertraging en ik moest zowel bij de grens van Roemenië als van Moldavië vriendelijk zwaaien naar de beambten. Na ongeveer 1,5 uur mochten we Moldavië in. In de auto had ik gehoord dat we niet naar een stadje verderop gingen, maar direct in de grensplaats boodschappen gingen doen. Geen sightseeing Moldavië dus. Ik zag de geldwisselkantoren, de benzinepompen en de paar winkeltjes die direct over de grens gevestigd zijn. We bezochten drie winkels; twee kleine volgepakte dorpswinkels en een hypermoderne supermarkt. In de dorpswinkels kon, tegen een bijzonder ongunstige koers, gewoon in Roemeense lei betaald. In de supermarkt kon dit niet en wilden we geld wisselen. Helaas, het geld was ‘op’, dus ik trok met mijn RABO wereldpas voor zo’n € 55,= in Moldavische lei uit de muur voor ons alle vier. Daarna sloegen we groots in: Moldavische wijn, whisky, champagne, sigaretten, koekjes, gerookte vis en natuurlijk de beroemde snoepjes. Ik heb me verbaasd en hardop gelachen om de prijsstelling. Vrijwel alle snoepsoorten, en dat waren er een stuk of 60, hadden een andere prijs. 93 lei/kg, 94 lei/kg, 95 lei/kg, 96… etc. zo’n € 4,50 per kilo. Elk zakje met snoepjes moest dus apart gewogen en geprijsd. Weer wachten dus. Met een heleboel plastic zakjes vertrokken we na twee uur weer naar de grens en daar wachtten we een uur om terug te mogen naar Roemenië en werd de auto grondig geïnspecteerd op de hoeveelheid ingeslagen alcohol. Inmiddels was het overal wit, een mooi laagje sneeuw bedekte het land, zowel in Moldavië als in Roemenië. Echte kerstsfeer! Veel van Moldavië heb ik dus niet gezien. Het was 1.9 km heb ik net op de kaart gezien: van de grens tot de verste winkel. Maar goed: ik heb kerstinkopen in Moldavië gedaan!
1 Reactie
Een blinde, dove oude vrouw in een heel klein vies huisje, zonder goed sluitende deur, geen licht en amper hout. Een vieze tweeling van vijf met een graatmagere moeder die een enorme grote bult op haar hoofd heeft. Ze moet natuurlijk geopereerd maar er is geen geld. Een oma zonder tanden die voor haar kleinzoon zorgt in een piepklein huisje. De moeder van het jochie is een aantal jaren geleden naar Italië vertrokken en heeft nooit meer iets heeft laten horen. Een oude vrouw wiens huisje er zo slecht uit ziet dat ik al jaren denk dat er niemand meer woonde. En dit zijn nog niet eens alle mensen die ik vandaag samen met Gabi, de huishoudelijke hulp van de school in Covasna, bezocht.
Armoede zien went niet. Je ruikt het, je ziet het, aan alles. Aan de erven die niet opgeruimd zijn, de deuren die uit het lood hangen, aan de huisjes zonder verf die provisorisch gerepareerd zijn. Aan de takken die als brandhout worden gebruikt. Aan de gaten die de mensen in hun te krappe of te ruime vieze kleding hebben. Samen met Gabi heb ik vanmiddag kleding uit het transport uit Nederland bij elkaar gezocht voor een aantal gezinnen. De Nederlandse kleding is vaak veel te groot voor de Roemeense mensen, zeker als ze dan nog arm zijn en heel erg dun. We zochten de kleinste maten bij elkaar en met een auto vol met dozen en tassen glibberden we daarna over de dorpswegen om de spullen af te leveren. Deze week hadden ze al eerder een pakket met levensmiddelen uit het transport gekregen. De mensen reageerden allemaal heel blij dat ze dit kregen. Een man begon zelfs te huilen. Daarna wilde hij mijn hand kussen. Dat is hier op het platteland nog heel gebruikelijk. Er gaan zoveel vragen door mijn hoofd op dagen als vandaag. Hoe kan het dat ouderen in Europa zo wonen, in de kou, met lekkende daken, blind en doof? Is er echt niemand die naar ze omkijkt? Kan de gemeente iets doen? Kan er zorg via de buren geregeld worden? Hoe kunnen mensen hun kinderen achterlaten? Hoe kunnen mensen hun ouders zo achterlaten? En wat kan ik? Wat helpt mijn kleine actie door wat spullen te brengen? Ik voel me soms zo’n idiote rijke westerling die een beetje “goed komt doen”. Ook dat went niet. Zo’n vijf jaar geleden vond ik rond kerst een wit hondje in het varkenshok bij Cristina. Ze was er al een paar dagen vertelde Cristina toen ik met het hoopje hond aan kwam zetten. Ze keek verontrust dat ik deze 'hond' had opgetild. Net zoals bij de meeste Roemenen zit ook bij haar de vrees voor honden er goed in. De 'hond' in kwestie was echter een kleine bange bevende pup van zo’n vier maanden oud. Ze was na het slachten van het varken, traditie rond kerst, het verlaten hok ingekropen.
Ik was meteen verkocht. Dit hondje was van mij. Lupi, zoals ik haar noem, adopteerde mij ook direct en sinds die tijd is Lupi van mij, en ik van haar. Elke keer dat ik op bezoek was in Costuleni, was Lupi bij mij en ze hoorde altijd feilloos of ik er aan kwam. Ook al kwam ik met een huurauto aan. Ze begon al te piepen als ik nog bij het hek stond. Bijzondere hond dus! Tussendoor zat ze aan een ketting op het terrein, helaas… en heel normaal hier op het platteland. Met pijn in mijn buik maakte ik haar na elk bezoek weer vast. Lupi werd niet tijdig gesteriliseerd en werd een tienermoeder, drie pups kreeg ze. Twee daarvan, de mannetjes, zijn geadopteerd in het dorp en slijten helaas hun leven aan de ketting. Ik wil er maar niet te veel aan denken. De andere zit nog steeds bij Cristina. Het is een beetje gek en onooglijk beestje, een soort vosje, daarom heet ze dan ook Foxy. Natuurlijk werd Foxy ook niet op tijd gesteriliseerd en ook zij kreeg drie puppy’s. Een daarvan, Sammy, is geëmigreerd naar het zuiden van Nederland en ligt daar op een matras, wordt elke dag geborsteld en heeft een echt luxe leventje. De andere twee zoeken nog een huis (hint hint: echt leuke honden zijn het, een soort labradors. Binnenkort post ik foto's van ze!) Gelukkig zitten de honden bij Cristina niet meer aan de ketting. Ze wonen nu met zijn drieën in het oude kippenhok en als ik weer op pad ben gaan Lupi en Lola (mijn andere gevonden hond) daar logeren. Lupi is duidelijk de baas, als oma en moeder van het stel. Ze heeft de wind er goed onder. Vandaag liep ik vanaf het voetbalveld terug naar het dorp met Lupi en wat jongeren. Danuț, één van hen zei opeens: hoeveel jaar geleden is het nu dat Lupi uit die auto gezet werd… Hij ging rekenen… zo’n vijf jaar geleden.. Ik keek hem verbaasd aan… Lupi uit een auto gezet? Hij vertelde verder. Vijf jaar geleden stopte een auto in het dorp en werd er een hondje uitgezet. Een vrouwtje. Vrouwtjes honden zijn niet geliefd in Roemenië en worden nogal eens verdronken of verlaten. Het hondje was naar de school gegaan en had daarna Danuț en andere buurkinderen van Cristina gevolgd die naar huis gingen. En zo kwam het hondje in het varkenshok terecht en uiteindelijk bij een Nederlandse die, zeker voor Roemeense begrippen, haar enorm vertroetelt. Ze is gesteriliseerd, ze wordt op tijd gevaccineerd, ontwormd en met vlooiendruppels bewerkt. Ze krijgt hondenbrokken en geen restjes eten (hoewel ze voor het laatste een voorkeur heeft), ze slaapt in huis, ze loopt aan de lijn, luistert als ik haar roep (meestal), luistert naar commando’s (steeds beter..) en rijdt mee in de auto (wat ze geweldig vindt!). Na vijf jaar begrijp ik eindelijk waarom ze op geen enkele andere hond uit het dorp lijkt. Ze is import. Wat dat betreft passen we dus heel goed bij elkaar. “Deze formulieren zijn onvoldoende voor de invoer van een auto” zei de dame achter de balie resoluut. Daarna somde ze razendsnel op wat we nog meer nodig hadden. Een officiële vertaling van de verkoopactie van mijn auto, een groen formulier uit NL, een bewijs van de ANAF (soort belastingdienst) en een stempel van de burgemeester.
Mijn mond viel open. Drie maanden geleden waren we al bij een ander kantoor in Iași geweest en hadden we de procedure voor de invoer van mijn auto in Roemenië in gang gezet. De man daar had ons niets verteld over al deze formulieren en gewoon een afspraak gemaakt bij de RAR, de instantie die auto’s keurt en al dan niet accepteert voor invoer. Tot de keuring half september, had ik met een rood tijdelijk Roemeens nummerbord rondgereden. Noch de politie, noch de RAR had het over deze formulieren gehad… Wel had de RAR bij de keuring om een ander formulier gevraagd, een officieel document van de notaris dat de auto niet via diefstal verkregen was. Dit hadden we geregeld. Ook moest er in Boekarest worden opgevraagd of de motor die in mijn auto zit wel de officiële motor was. Er zijn met camera's op flexibele slangen foto's gemaakt van allerlei codes diep in het binnenste van de auto en ja, Boekarest bevestigde dat dit inderdaad de juiste motor was. De auto mocht ingevoerd! Inmiddels rijd ik allang niet meer in de auto want door deze vertragingen was de termijn van het tijdelijk nummerbord verstreken. Ik leen nu een auto om te regelen dat ik weer in mijn eigen auto kan gaan rijden.... Maar goed, dit hadden we allemaal al achter de rug en het ophalen van de officiële nummerplaten zou nu nog slechts een formaliteit zijn, dacht ik opgewekt... Fout dus! Daar was de dame achter de balie heel duidelijk in. Er was nog een en ander te doen voor het zover was. Morgen ga ik weer naar Iași, om het officieel vertaalde contract op te halen. Daarmee moeten we naar de belastingdienst twee dorpen verder voor formulier 1 en naar de burgemeester in het dorp hier voor een stempel. En dan weer terug naar de politie in Iași in de hoop dat ze de nummerplaten voor mijn auto afgeven. Al met al ben ik dan inmiddels zo’n 8x op en neer naar Iași geweest (in totaal zo’n 480 km rijden) en heb ik zo’n 10-12 uur op kantoren gewacht. Dit staat nog los van de drie maanden tussen de eerste afspraak en de keuring. En dit is alleen maar een auto… 'Ga je zo met Roemenen om?' gilde de man tegen me. 'Je bent een schande, zo gedraag je je niet als gast.' Mijn Roemeens gaat sinds kort met sprongen vooruit en dus verstond ik alles wat hij zei. De aanleiding voor dit gescheld was een klapje dat ik op zijn auto had gegeven. Niet hard, gewoon een waarschuwende klap met mijn platte hand op zijn achterbak omdat hij me bijna aanreed. Het maakte een flink lawaai, dat wel.
Twee keer stopte de man. Eerst om mij vanuit zijn sjieke auto in het Engels terecht te wijzen en te vertellen dat ik had moeten uitkijken, niet hij. En nadat ik door liep omdat ik zijn geschreeuw wel zat was, kwam hij met zijn auto nogmaals achter mij aan. Hij stapte uit en ging in het Roemeens verder. Wat was er gebeurd? Niets bijzonders. Ik liep in Iasi, de zon scheen lekker, het was druk op straat en ik liep als een echte Roemeense van de ene afspraak naar de andere. Plotseling kwam er een auto uit een uitrit en reed bijna tegen mij aan toen ik wilde oversteken. Gelukkig zag ik hem op tijd, maar om hem te laten weten dat hij me bijna geraakt had en mijns inziens wel erg hard uit die uitrit kwam rijden, gaf ik dus een waarschuwend tikje op de achterklep. Geen tik, een tikje dus. Een hele tirade was het gevolg. Hij controleerde zelfs of mijn tikje geen schade had veroorzaakt op zijn auto. Hij was duidelijk teleurgesteld dat dit niet zo was. Ik heb me al die maanden dat ik hier ben regelmatig een vreemde gevoeld. Als ik de taal niet voldoende sprak en mensen op straat mij aanspraken en ik alleen maar een beetje verdwaasd kon lachen omdat ik geen idee had waar ze het over hadden. Of als ik op een feestje er een beetje bij zat omdat iedereen lekker in het Moldovenesc aan het praten was. Maar dit was anders: ik werd terechtgewezen omdat ik uit het buitenland kom, dat ik me zo niet mocht gedragen in dit land. Ik voelde me opeens heel erg een buitenstaander. Stel dat dit je vaker overkomt, wat doet dat met je? Ik heb met opgeheven neus in mijn beste Roemeens tegen hem gezegd dat ik Romanca ben. Pure bluf natuurlijk, maar wat moest ik anders. Ik laat me niet zomaar discrimineren! De waterpomp doet het weer niet. Dus geen water in huis, niet in de keuken, niet in de badkamer en ook niet in de wc. Zonder water kan een mens niet, dus ik heb nu twee emmers water bij de waterput gehaald. Een staat in de keuken en een staat naast de wc in de badkamer.
Net zoals meer mensen in het dorp heb ik een waterput naast het huis waar een pomp aanhangt die het water in mijn huis moet pompen. Doet de pomp het niet, dan geen water. Simpel. Dan moet je iemand bellen die hopelijk snel komt en water halen bij de waterput. Vanavond om 17 uur zou iemand langskomen, inmiddels is het 22 uur. Er zijn meestal goede redenen dat iemand niet komt, plotseling bezoek, elders werkzaamheden of familiezaken, maar het is lastig om als stadse juffer nu weer zonder water te zitten. WC doorspoelen, handen wassen, afwassen… gewoonweg gedoe. Maar ik mag helemaal niet klagen. Dat ik een pomp heb en water in huis is geen vanzelfsprekendheid hier. Veel mensen halen dagelijks meerdere keren water bij de waterput naast de openbare weg. Of zij hebben wel een waterput op het eigen terrein maar geen pomp. Emmers zijn dan ook overal te koop. Al weken is iedereen in het dorp druk bezig: kleden worden geklopt, hekken geverfd, bomen in de kalk gezet en huizen worden van binnen en buiten schoon geschrobd. Met Pasen hoor je er netjes bij te zitten!
Er wordt door een grote groep mensen veertig dagen gevast: geen vlees, geen vis, geen eieren, geen melk, geen alcohol en geen seks, behalve met je eigen partner… (dat geeft te denken voor de andere maanden van het jaar). Alleen op de sămbatâ morților, de zaterdagen van de doden, wordt er soms van afgeweken. Op die dagen biedt men anderen eten en drinken aan in de naam van overleden familieleden. Altijd is er een broodje bij met een brandende kaars erin. Je antwoordt dan niet: mulțumesc (dank je wel), maar met boda proste. Twee zaterdagen geleden mocht er wel vis gegeten worden, maar alleen door mensen die vasten. Het wordt als ongepast gezien om vis te eten als je niet aan het vasten bent; het is een belediging voor de mensen die wel vasten. Afgelopen week werden er allerlei speciale cakes gebakken: cozonac en pasca (zie het plaatje), er werden eieren rood geverfd en kippen, kalkoenen en soms een varken geslacht en bereid. Deze week vroeg ik iemand om langs te komen, maar dat kon niet want ze moest cozonac maken voor Pasen. Er worden in Roemenië drie paasdagen gevierd en het feest is net zo belangrijk, zo niet belangrijker, dan Kerstmis. De hele week zijn er elke dag diensten in de kerk en dankzij de speakers die sinds kort aan de gevel hangen, kan je van ver mee luisteren naar de preek en het vaak mooie gezang. Gisteravond was er een nachtdienst en daar was ik natuurlijk bij. Het is net zoiets als bij ons de kerstmis waar je allerlei mensen ziet die anders nooit naar de kerk gaan. Een van de rituelen is om de kerk te lopen met alle aanwezigen. Het is een mooi gezicht, al die brandende kaarsen en een stoet die langzaam om de kerk loopt. Aansluitend liep iedereen met de brandende kaarsen naar het kerkhof op de heuvel en zette deze bij het graf van familieleden. En dan is er veel, heel veel eten en drinken om de periode van 40 dagen vasten af te sluiten. Dit jaar valt het orthodoxe Pasen gelijk met Pasen in West-Europa. Vaak is het iets eerder of later doordat een andere kalender wordt aangehouden. Voor iedereen daarom: Fijne paasdagen! In Nederland kondigt het sneeuwklokje de lente aan, in Roemenië is het de Viorele. Een blauw hyacintje dat, zo bleek bij een wandeling met Lola en Lupi, je op de heuvels momenteel overal aantreft.
Op woensdag 8 maart kreeg ik van een man een drietal bloemetjes aangeboden. Het is dan internationale vrouwendag en dat wordt hier uitgebreid gevierd, vrouwen krijgen bloemen, cadeautjes, felicitaties en veel aandacht. Op straat groeten vrouwen elkaar niet met Bună ziua (goedendag) maar met La mulți ani (gefeliciteerd). Naast vrouwendag is het deze dag ook moederdag, wat een nog belangrijker feestdag is. Op school hebben de kinderen dansjes, liedjes en gedichtjes voor hun moeder voorbereid en worden deze voorgedragen voor de klas met de moeders in de zaal. Voor een tweeling in de derde klas een moeilijk moment; hun moeder werkt in het buitenland en dus kon zij niet aanwezig was. Een van hen was zo aan het huilen dat ze haar gedichtje niet kon voorlezen, de rest van de kinderen en ouders snikte zachtjes met haar mee. Iedereen heeft familieleden die in het buitenland werken en op dit soort dagen is hun afwezigheid voor iedereen voelbaar. Ik snikte lekker met iedereen mee. Missen is internationaal. Al maanden loop ik te kuchen. Ik rol van de ene verkoudheid in de andere en voel me niet fit. Omdat het maar niet voorbij gaat, ben ik bij mijn laatste bezoek in Nederland even naar mijn huisarts geweest. Kuurtje mee en rustig aan doen, het bekende recept. Bij de GGD, waar ik was voor twee herhalingsvaccinaties, vroegen ze zich af of ik misschien tbc zou hebben….
Tbc? Dat is een ziekte die ik uit de boeken van mijn moeder uit de jaren dertig ken. Uit navraag bij mijn vrienden in Roemenië en uit informatie op internet, blijkt dat tbc hier nog regelmatig voorkomt. Dus even langs de tbc-afdeling in Rotterdam voor een foto. Longen schoon, dus waarschijnlijk niets aan de hand. Terug in Roemenië bleef ik hoesten en voelde ik me nog steeds niet fit. Het werd alleen maar erger. Via een bekende hier, een psychiater, die ik had geraadpleegd, werd ik doorverwezen naar een kno-arts. Ze raadde me aan om niet naar het ziekenhuis te gaan, in verband met de epidemie die er momenteel heerst, maar naar een kliniek waar geen patiënten verblijven. Keurige kliniek, aardige arts en na een endoscopie kreeg ik een ander kuurtje, hoestdrank, pillen en spray mee. Helaas hielp ook dat niet genoeg. De volgende keer dat ik voor een controle bij hem kwam, verwees hij me door naar een longarts in het longziekenhuis. Vrijdag moest ik er zijn. Ik kreeg het directe nummer van de arts mee. Ik kon haar bellen. Het was allemaal wat anders dan in Nederland. Ik moest op de derde verdieping zijn. Er was geen receptie, alleen een hal voor de lift waar meer mensen stonden te wachten. Op de dichte deuren naar de zalen hing een bord waarop stond dat vanwege een epidemie het bezoek maar kort mocht komen. Dokters liepen gehaast heen en weer met mondkapjes terwijl wij tegen elkaar aan hoestten. Een jonge vrouw wachtte met twee tassen met voedsel en handdoeken. Even later kwam een oud dametje aan geschuifeld aan wie ze de tassen overhandigde. Ziekenhuizen verzorgen wel wat aan eten, maar dat is niet voldoende dus moet de familie eten en andere benodigdheden langs brengen. Even later schuifelde het dametje weer terug met haar was en andere spulletjes om mee te geven. De deuren gingen daarna weer hermetisch dicht. Ik babbelde gezellig met alle ouderen die er zaten, natuurlijk hadden ook zij allemaal kinderen in het buitenland werken, dit keer in Italië en Ierland. Olanda kende zij allemaal, ook daar werken veel Roemenen. Uiteindelijk kwam ‘mijn’ arts, samen met wat ik aanneem een arts-assistent. Ik werd in het trappenhuis in het Roemeens te woord gestaan en moest vertellen hoe en wat, in het bijzijn van alle andere wachtenden. Er zou een foto worden genomen, een bloedonderzoek en een longblaastest. Samen met de arts-assistent ging ik op pad. Eerst naar de afdeling radiologie twee etages lager, waar ik me moest uitkleden in bijzijn van alle aanwezige dames. Hup twee foto’s, aankleden en ter plekke betalen: 64 RON (ongeveer 15 euro) voor 2 foto’s. Ik had het niet gepast en werd naar het winkeltje buiten voor het ziekenhuis verwezen om daar te wisselen. Ik moest echter eerst naar een andere kamer, een etage lager, voor het bloedprikken. De vrouw die mijn bloed afnam, was in mijn ogen zelf te ziek om te werken. Haar ogen traanden, ze trilde van de koorts en had amper stem. Er kwamen diverse mensen de kamer in terwijl ik daar zat. Geen idee wie het waren en waarom. Patiënten, artsen, verpleegkundigen? Het bloedprikken ging ondanks haar getril goed en even later was mijn arts-assistent weer terug en moest ik 35 RON betalen. Gelukkig kon men hier wel wisselen en had ik dus nu ook meteen geld voor de foto’s. Via een doolhof van gangen kwamen we weer in een andere wachtruimte voor de blaastest. Dit duurde lang en dit keer geen gezellige gesprekjes met de andere wachtenden. Wel sprak ik de arts-assistent die onder andere vertelde dat er ongeveer 13 ziekenhuizen in Iași zijn. Uiteindelijk kon ik naar binnen, twee keer blazen en direct de uitslag: alles was goed. En dit was gratis! Weer terug naar de 1e etage om mijn foto’s op te halen - prachtige schone longen! - en te betalen. Daarna naar de 3e etage voor het gesprek met de arts. Ik mocht nu door de hermetisch gesloten deuren de rommelige en wat viezig ogende donkere gang in. Links en rechts waren kleine zalen met steeds vier mensen per zaal: allemaal in verschillende bedden en beddengoed, geen gordijnen tussen de bedden, geen luxe lcd-tv’s aan de muur, geen mooie nachtkastjes met telefoon. Kortom, het zag er wat anders uit dan in Nederland. Ik werd een van die zaaltjes in geleid. Daar luisterde eerst de arts-assistent en daarna de arts onder het toeziend oog van drie dames op leeftijd die in de bedden lagen, naar mijn longen. Ik stond in mijn BH driftig op commando in en uit te ademen. Ik deed maar net of ik het heel gewoon vond, want dat is het hier natuurlijk ook. Morgen moet ik terug voor nog een onderzoek en voor de uitslag van het bloedonderzoek. Ik hoop zo dat ik niets heb opgelopen in het ziekenhuis… Een mooie dag om weer met dit blog verder te gaan! Om allerlei redenen schoot het er helaas steeds bij in om wat te schrijven, maar vanaf heden ga ik weer af en toe wat schrijven over mijn ervaringen op het Roemeense platteland.
Het is niet dat er niets gebeurd. De afgelopen maand was nog drukker dan normaal want alles stond natuurlijk in het kader van de feestdagen. Eerst vierden we Sinterklaas op 6 december. Kinderen krijgen die dag 's morgens wat in hun schoen van hun ouders en soms geven volwassenen elkaar ook wat. In Casa Lalelelor vierden we het met de kinderen en maakten we pieten-mutsen. Hier is de hele discussie namelijk onbekend. We maakten gewoon mutsen en iedereen was blij. Naast de geboortedag van iemand is de naamdag van de heilige met dezelfde naam belangrijk. Die wordt net zo, zo niet uitgebreider gevierd als de dag dat iemand geboren is. Ik vierde, geheel volgens de Roemeens orthodoxe traditie dan ook op 15 december mijn naamdag. Niet dat ik ooit heb geweten dat er een heilige Suzanne die dag herdacht werd, maar het leek me een mooie gelegenheid om mijn huis in te wijden. Ik had op zijn Hollands vegetarische tortilla's gemaakt. Daarna leefden we verder van feestdag naar feestdag. Sowieso staan gedurende het hele jaar feesten, eten en drinken centraal in het Roemeense leven en in deze periode was het niet anders. In de 40 dagen voor kerst wordt door veel Roemeens orthodoxen geen vlees gegeten en door sommigen ook geen eieren en melkproducten. Voor mij als "liever geen vleeseter" een hele fijne tijd! Op 20 december is het de feestdag van de heilige Ignatie en de dag van het traditioneel slachten van een varken. Het varken wordt op het erf geslacht en het vlees verwerkt (gedroogd, gerookt, ingevroren of tot worst verwerkt). Vanaf 1e kerstdag wordt er weer volop vlees gegeten. Helaas... Kerst wordt ook hier gevierd met cadeautjes, de kerstman, veel eten, samen zijn en naar de kerk gaan. Op de scholen treden de kinderen op, er wordt gedanst en speciale kerstliederen gezongen. Ook kwamen er dit jaar een aantal stichtingen langs met cadeautjes voor de kinderen. Bijzonder om mee te maken! Ook rond oud en nieuw zijn er allerlei activiteiten die een mix zijn van heidense en orthodoxe rituelen. Zo wordt er een speciale dans opgevoerd met een geit en een beer. Dit is bedoeld om kwade geesten uit te bannen. In alle dorpen werd er gefeest en ik ging natuurlijk overal heen om mee te dansen, vin fiert (warme wijn) te drinken en aanwezig te zijn bij de dorpsfeesten. Nu is het weer even rustig, maar waarschijnlijk is het volgende feest niet ver weg…. |
Click here to edit.Regelmatig schrijf ik hier over mijn belevenissen en avonturen in Roemenië. Vaak leuk, soms vervelend, maar nooit saai! Archives
Mei 2018
Categories |