December is, net als in zovele andere landen, ook in Roemenië een belangrijke en feestelijke maand met allerlei gebruiken en tradities. Er wordt gevast, huizen worden gepoetst en gezegend, er wordt gezongen, kerken en kloosters bezocht en na de vasten periode wordt er natuurlijk uitgebreid gekookt en gegeten. Maar daarover een andere keer meer.
Vandaag leerde ik een nieuwe, moderne, traditie kennen: het kopen van snoep in Moldavië. Het buurland is beroemd om de speciale snoepjes die je daar het hele jaar kan kopen, maar in deze periode een extra cachet krijgen. Vandaag gingen vrienden van me op snoepjes jacht. En ik mocht mee. Om 05.30 vertrok ik met de auto naar Iași, in het donker terwijl de natte sneeuw tegen de ruit dwarrelde. Ik kreeg bij hen thuis een kop koffie en daarna reden we, samen met een buurman die ook snoep wilde kopen, door naar de grens. Vanwege de rijen die bij de grens kunnen staan, vertrokken we op dit idioot vroege tijdstip (voor wie het nog niet weet: ik ben geen ochtendmens!). Het begon flink te sneeuwen, het zicht was verre van goed en ondanks het vroege uur, waren er al flink wat mensen lopend op pad langs de weg. Ik was blij dat ik niet hoefde te rijden. Na een half uur ploeteren door het donker en de sneeuw kwamen we bij de grens waar we inderdaad niet de enige waren. Wachten dus. Mijn Nederlandse paspoort gaf nog de meeste vertraging en ik moest zowel bij de grens van Roemenië als van Moldavië vriendelijk zwaaien naar de beambten. Na ongeveer 1,5 uur mochten we Moldavië in. In de auto had ik gehoord dat we niet naar een stadje verderop gingen, maar direct in de grensplaats boodschappen gingen doen. Geen sightseeing Moldavië dus. Ik zag de geldwisselkantoren, de benzinepompen en de paar winkeltjes die direct over de grens gevestigd zijn. We bezochten drie winkels; twee kleine volgepakte dorpswinkels en een hypermoderne supermarkt. In de dorpswinkels kon, tegen een bijzonder ongunstige koers, gewoon in Roemeense lei betaald. In de supermarkt kon dit niet en wilden we geld wisselen. Helaas, het geld was ‘op’, dus ik trok met mijn RABO wereldpas voor zo’n € 55,= in Moldavische lei uit de muur voor ons alle vier. Daarna sloegen we groots in: Moldavische wijn, whisky, champagne, sigaretten, koekjes, gerookte vis en natuurlijk de beroemde snoepjes. Ik heb me verbaasd en hardop gelachen om de prijsstelling. Vrijwel alle snoepsoorten, en dat waren er een stuk of 60, hadden een andere prijs. 93 lei/kg, 94 lei/kg, 95 lei/kg, 96… etc. zo’n € 4,50 per kilo. Elk zakje met snoepjes moest dus apart gewogen en geprijsd. Weer wachten dus. Met een heleboel plastic zakjes vertrokken we na twee uur weer naar de grens en daar wachtten we een uur om terug te mogen naar Roemenië en werd de auto grondig geïnspecteerd op de hoeveelheid ingeslagen alcohol. Inmiddels was het overal wit, een mooi laagje sneeuw bedekte het land, zowel in Moldavië als in Roemenië. Echte kerstsfeer! Veel van Moldavië heb ik dus niet gezien. Het was 1.9 km heb ik net op de kaart gezien: van de grens tot de verste winkel. Maar goed: ik heb kerstinkopen in Moldavië gedaan!
1 Comment
Een blinde, dove oude vrouw in een heel klein vies huisje, zonder goed sluitende deur, geen licht en amper hout. Een vieze tweeling van vijf met een graatmagere moeder die een enorme grote bult op haar hoofd heeft. Ze moet natuurlijk geopereerd maar er is geen geld. Een oma zonder tanden die voor haar kleinzoon zorgt in een piepklein huisje. De moeder van het jochie is een aantal jaren geleden naar Italië vertrokken en heeft nooit meer iets heeft laten horen. Een oude vrouw wiens huisje er zo slecht uit ziet dat ik al jaren denk dat er niemand meer woonde. En dit zijn nog niet eens alle mensen die ik vandaag samen met Gabi, de huishoudelijke hulp van de school in Covasna, bezocht.
Armoede zien went niet. Je ruikt het, je ziet het, aan alles. Aan de erven die niet opgeruimd zijn, de deuren die uit het lood hangen, aan de huisjes zonder verf die provisorisch gerepareerd zijn. Aan de takken die als brandhout worden gebruikt. Aan de gaten die de mensen in hun te krappe of te ruime vieze kleding hebben. Samen met Gabi heb ik vanmiddag kleding uit het transport uit Nederland bij elkaar gezocht voor een aantal gezinnen. De Nederlandse kleding is vaak veel te groot voor de Roemeense mensen, zeker als ze dan nog arm zijn en heel erg dun. We zochten de kleinste maten bij elkaar en met een auto vol met dozen en tassen glibberden we daarna over de dorpswegen om de spullen af te leveren. Deze week hadden ze al eerder een pakket met levensmiddelen uit het transport gekregen. De mensen reageerden allemaal heel blij dat ze dit kregen. Een man begon zelfs te huilen. Daarna wilde hij mijn hand kussen. Dat is hier op het platteland nog heel gebruikelijk. Er gaan zoveel vragen door mijn hoofd op dagen als vandaag. Hoe kan het dat ouderen in Europa zo wonen, in de kou, met lekkende daken, blind en doof? Is er echt niemand die naar ze omkijkt? Kan de gemeente iets doen? Kan er zorg via de buren geregeld worden? Hoe kunnen mensen hun kinderen achterlaten? Hoe kunnen mensen hun ouders zo achterlaten? En wat kan ik? Wat helpt mijn kleine actie door wat spullen te brengen? Ik voel me soms zo’n idiote rijke westerling die een beetje “goed komt doen”. Ook dat went niet. |
Regelmatig schrijf ik hier over mijn belevenissen en avonturen in Roemenië. Vaak leuk, soms vervelend, maar nooit saai! Archives
Mei 2018
Categories |